woensdag 18 maart 2009

ding 19

met hyves, klasgenoten, facebook, etc. heb ik echt helemaal niets! ik vind het echt verschrikkelijk...
ik ben wel een voorstander van myspace. een community van muziekliefhebbers waarop je verschrikkelijk veel muziek kunt vinden. geweldig!
bandjes kunnen zichzelf profileren en als je my space vriend wordt van een bandje kun je bij andere vrienden van de band weer tips op doen voor muziek die je zelf waarschijnlijk ook leuk vindt. geheel vrijblijvend. je gaat zelf zoeken en wordt niet overgooid met aanbod.

wat betreft de rol van de bibliotheek zie ik met name een gevaar.
wat we denk ik niet moeten doen is als bibliotheek overal tussen gaan zitten. bijvoorbeeld op myspace of hyves komt dat al heel snel spammerig, reclame-achtig over.
en daar zitten muziekliefhebbers en jongeren echt niet op te wachten.

dit is een beetje een stokpaardje van mij en als je het niet met me eens bent, zeg het dan vooral. ik ben wel benieuwd naar andere invalshoeken. waarom denk jij dat de bibliotheek zichzelf juist wel zou moeten profileren op sites als myspace en hyves?
je aanbod zo breed mogelijk verspreiden misschien... maar zitten mensen op hyves en myspace daar echt op te wachten?

3 opmerkingen:

  1. nou, ik denk dat wij naar de mensen toe moeten. Niet afwachten of ze naar ons gaan.
    En als ze op hyves zitten, ja dan naar hyves gaan, of flickr of youtube. Niet als een kip zonder kop overal aan mee doen maar strategisch en weloverwogen. Laten we maar experimenteren, vooraf doelen bepalen en kijken naar het effect. En als het goed is behouden we het extra kanaal.
    Dat is goed voor onze digitale zichtbaarheid.
    Ik vind zbdigitaal een goed voorbeeld. Een geslaagd voorbeeld.
    En dat een set BeelbankZeeland foto's op zeelandnet staat is ook prima.
    Mijn handen jeuken in ieder geval

    BeantwoordenVerwijderen
  2. mee eens dat je moet oppassen om mensen op een sociale netwerksite niet te overspoelen met jouw product. Dat kan idd irritatie opwekken. Met de ZB-hyves bepaalt de hyver zelf of hij hiervan lid wil worden. Dat is dan een voordeel. De gebruiker bepaalt hetzelf. Een ander voorbeeld zijn de studenten die op facebook zitten. Voorbeeld: Neem RA zij zijn daar ruimschoots vertegenwoordigd. Het zou mooi zijn als je daar een widget voor zou kunnen bouwen of tool waardoor zij rechtstreeks vanaf hun pagina informatie kunnen zoeken op het moment dat zij nodig hebben. Dat je als instituut ook daar kunt helpen.

    Een mooi voorbeeld nini van een bedrijf dat web2.0 helemaal heeft toegepast als marketingstrategie is skittles.com (dat snoepje). Meer dan 600.000 mensen die reclame voor jou bedrijf maken.. mooier kun je het toch niet hebben? Das toch apart.

    groetjes,
    Alinda

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ik ben het eens met Alinda en Andrea: er liggen talloze mogelijkheden maar het hangt helemaal van het platform af hoe je jezelf daar het beste kunt presenteren. Op Hyves zit lang niet iedereen te wachten op een bibliotheek, maar als je het goed presenteert loopt het wel degelijk. Mijn voorbeeld is altijd Museumn8: die boden ook echt korting, een mooie layout: noem het maar. Ze hadden meer dan 2000 vrijwillige leden op hun Hyves. De particuliere Hyve 'bibliotheek' is ook populair: daar wordt veel over boeken gesproken. Inmiddels is Wilma van den Brink van de VU daar ook moderator geworden.

    Het is nooit de bedoeling dat je jezelf opdringt maar in de digitale aandachtseconomie kun je je het m.i. niet permitteren jezelf te beperken tot je gebouw. Dan bereik je de mensen online sowieso niet. Probeer jezelf te blijven en onderdeel te zijn van gemeenschappen online. Praat eens mee met mensen die discussies voeren over cultureel erfgoed. Verwijs eens naar een goede bron als iemand onzin vertelt op nujij.nl. Promotie in een online conversatie mondt niet uit in spammen, als je oprecht meepraat.

    En over de RA op Facebook: die lijken inderdaad niet te zitten wachten op onze aanwezigheid. Ik heb er wel eens naar geïnformeerd namelijk en kreeg geen reacties op hun forum. Dan moet je inderdaad niet blijven zeuren denk ik.

    BeantwoordenVerwijderen